top of page

Het is van belang dat de oorzaak van het probleem (een afwijkend gebit) wordt aangepakt. Dit door middel van logopedie. Vaak wordt er bij en afwijkende gebitsstand alleen iets gedaan aan de vorm van het gebit door middel van orthodontie (VVO, 2017). Hier door ontstaat er vaak relaps van het gebit na orthodontie, omdat de oorzaak van het probleem niet is aangepakt.

een logopedist is op het gebied van de primaire mondfuncties.

Dit kan zijn:

 

Duim, vinger- en/of speenzuigen

Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Wanneer een kind dit op driejarige leeftijd nog steeds doet, is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van spieren in en rond de mond afnemen.

Door het zuiggedrag komt het regelmatig voor dat de spieren in en rond de mond verslappen, waardoor habitueel mondademen, open mondgedrag en afwijkend slikken kan ontstaan. Dit kan leiden tot een afwijkende vorm van het gebit dat incorrect articuleren tot gevolg heeft. Hierbij kunt u denken aan het praten met de tong tussen of tegen de tanden (bijvoorbeeld bij slissen).

​

Open mondgedrag

Normaal gesproken is de mond gesloten, rust de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden en wordt er door de neus geademd. Wanneer de mond gedurende de dag regelmatig open is in rust (bijvoorbeeld tijdens tv kijken), is er sprake van open mondgedrag. Vaak ligt de tong dan slap onderin de mond en drukt de tong met een grote kracht tegen de tanden aan, waardoor de tanden naar voren worden geduwd. Daarnaast is er veelal sprake van slappe mondspieren en mondademen. Wanneer dit probleem niet behandeld wordt, is er kans op incorrect articuleren (bijvoorbeeld slissen), een afwijkende groei van de kaak, tanden en kiezen en is er een verhoogde kans op oorproblemen.

 

Afwijkende tongligging in rust

Hierbij is de positie van de tong afwijkend. De tong ligt niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar op de mondbodem, tegen of tussen de tanden of te ver achterin de mond. Dit kan de stand van de tanden en kiezen en/of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden.

 

Foutieve lipgewoonten

Onder foutieve lipgewoonten wordt liplikken en lipzuigen verstaan. Deze afwijkingen komen veelal voor bij mensen die door de mond ademen. Doordat de lippen droog worden tijdens het mondademen wordt het veelal als 'prettig' ervaren om de lippen te bevochtigen met de tong. Lipzuigen is meestal een gevolg van liplikken.

 

Afwijkend kauwen

Onder afwijkend kauwen wordt het smakken, het tegelijkertijd aan twee kanten kauwen en het verkeerd afbijten van voedsel verstaan. Dit kan leiden tot een verstoord evenwicht van de spieren in en rond de mond.

 

Nagelbijten

Tijdens het nagelbijten schuift de onderkaak naar voren en ontstaat er te veel spanning in de kaakgewrichten, waardoor pijnklachten en overbelasting van spieren in het mondgebied het gevolg kunnen zijn.

 

Bovenstaande vormen van afwijkend mondgedrag kunnen leiden tot afwijkend slikken.

 

Afwijkend slikken

Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en/of kiezen aan duwt of wanneer de tong tussen de tanden en/of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer speeksel en/of voedsel door. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, zal dit invloed hebben op de vorm van het gebit.

Zoals u hierboven heeft gelezen kunnen er verschillende oorzaken zijn. Er wordt daarom verzocht om contact op te nemen met een logopedist voor verder onderzoek en advies.

bottom of page